Dat we onze dagen openhouden
voor wat ons
onverwacht kan overkomen:
een ontmoeting, een vaarwel,
ontroering om de schoonheid
van de mensen of de wereld,
een mens die troost komt vragen
of ons een ogenblik vrede schenkt.
Dat we onze dagen openhouden
voor wat nutteloos is:
gastvrijheid en welkom,
dankzeggen, stilte,
zomaar een woord
of een gebaar van goedheid.
Dat we onze dagen openhouden
voor God, ook als Hij uitblijft,
voor zijn spreken en voor zijn zwijgen,
voor de God over wie wij niet beschikken.
God,
als we ons opsluiten in zelfvoldaanheid,
kom dan en verricht aan ons,
nog voor we het vragen
het wonder van een nieuwe geboorte.
Frans Cromphout SJ